Nieuwe regels voor pensioen: dit verandert

Nu heeft u een regeling met afspraken over de hoogte van uw pensioen. De verwachting hierover kon niet altijd worden waargemaakt. In het nieuwe pensioen spreken we af hoeveel geld u en uw eventuele werkgever inleggen voor uw pensioen. 

Dit noemen we ‘premieregeling’ omdat we afspreken hoeveel geld (premie) u inlegt. En ‘solidair’ omdat we samen meevallers en tegenvallers delen. 

Elke maand leggen u en uw eventuele werkgever geld in voor uw pensioen. Zo bouwt u een pensioenpot op. Uit de pensioenpot betalen we later maandelijks uw pensioen. Er is vooraf geen belofte over de hoogte van uw pensioen. Wel kunt u beter zien hoeveel geld er is ingelegd en hoe dit bedrag groeit. 

U en uw eventuele werkgever betalen samen de inleg. Dit is een percentage van het deel van uw salaris waarover u pensioen opbouwt. Op uw loonstrook ziet u precies hoeveel u betaalt. Bent u zelfstandig (kandidaat-)notaris? Dan betaalt u zelf de volledige premie. 

Het geld in uw pensioenpot beleggen we voor u. Zo kan uw pensioenpot groeien en krijgt u later een zo goed mogelijk pensioen. Al het geld uit alle pensioenpotten beleggen we op dezelfde manier, dus ook uw pensioenpot. Welk deel van het beleggingsresultaat u krijgt, hangt onder andere af van uw leeftijd. Nu beleggen we ook, maar hoeveel u krijgt hangt niet af van uw leeftijd. Dit is dus nieuw. 

Door de nieuwe regels kan uw pensioen sneller omhoog als het goed gaat met de economie, maar ook sneller omlaag als het economisch minder goed gaat. De hoogte van uw pensioen kan elk jaar iets veranderen. 

Bent u jong, dan beweegt uw pensioenpot meer mee met de economie dan wanneer u ouder bent. Dat is niet erg, want u heeft ook meer tijd om een pensioenpot op te bouwen. Hoe ouder u wordt, hoe voorzichtiger we beleggen en hoe minder uw pensioen gaat meebewegen. Zo groeit uw pensioenpot wanneer het kan en wordt uw pensioen zekerder als het moet. 

Ook hebben we afspraken gemaakt om de kans op een lager pensioen zo klein mogelijk te maken. We zetten geld opzij als reserve voor mindere tijden. Als u (straks) met pensioen bent en we verwachten dat uw pensioen omlaag gaat, vullen we uw pensioen zoveel mogelijk aan uit onze reserve. Dit doen we zolang we een reserve hebben. 

Iedereen ziet straks het bedrag dat voor zijn of haar pensioen beschikbaar is: de pensioenpot. We maken ieder jaar een inschatting van het pensioen dat u later kunt verwachten. Ook als het goed of minder goed gaat met de economie. We informeren u dus ieder jaar over wat u later ongeveer kunt verwachten.

Als u met pensioen bent, blijven we voor u beleggen. De hoogte van uw pensioenuitkering staat hierdoor niet vast, maar is afhankelijk van onze beleggingsresultaten. Wel beleggen we voorzichtig, zodat de kans dat uw pensioen omlaag gaat zo klein mogelijk is. Verder heeft de gemiddelde levensverwachting in Nederland invloed. Want hoe ouder mensen worden, hoe langer we pensioen uitbetalen. Ook de rente heeft ieder jaar invloed op de hoogte van uw pensioen. 

Als u met pensioen bent, heeft u nog steeds een pensioenpot waarmee we blijven beleggen. Uit uw pensioenpot betalen we maandelijks uw pensioen. Die pensioenpot kan niet leegraken. U krijgt dus altijd pensioen, hoe oud u ook wordt. 

We nemen het pensioen dat u al heeft opgebouwd mee naar de nieuwe pensioenregeling. Dat komt in uw pensioenpot. Heeft u al nabestaandenpensioen opgebouwd? Ook dat nemen we automatisch mee naar de nieuwe regeling. Daar hoeft u zelf dus niets voor te doen. 

De inleg voor pensioen is straks voor alle leeftijden gelijk, net als nu. Maar welk deel van het beleggingsresultaat naar uw pensioenpot gaat, hangt volgens de nieuwe regels wél af van uw leeftijd. Dit is gunstig voor jongeren. Maar dit is minder gunstig als u al langer pensioen heeft opgebouwd. Als dit laatste voor u geldt, dan ontvangt u bij de overgang mogelijk compensatie.  

U krijgt deze compensatie alleen als u tot en met de overgangsdatum pensioen bij ons opbouwt. Stopt u voor die tijd met opbouwen, omdat u van baan verandert of omdat u met pensioen gaat? Dan krijgt u geen compensatie. Gaat u voor of op de overgangsdatum minder werken of gedeeltelijk met pensioen? Dan krijgt u minder compensatie. 

Als u overlijdt, krijgen uw partner en kinderen mogelijk een nabestaandenpensioen. De regels voor het nabestaandenpensioen zijn straks minder ingewikkeld. Daardoor is duidelijker waar uw partner en kinderen op kunnen rekenen. In het kort: 

• Overlijdt u terwijl u nog pensioen bij ons opbouwt? Dan krijgt uw partner de rest van zijn/haar leven 40% van uw pensioengevend salaris als partnerpensioen. Dit is het salaris waarover u pensioen opbouwt. Kinderen krijgen wezenpensioen tot zij 25 worden. Ze krijgen 20% van uw pensioengevend salaris. Daarnaast ontvangen uw partner en kinderen het nabestaandenpensioen dat u heeft opgebouwd onder de oude regels. Dit nemen we namelijk mee naar de nieuwe regeling.
• Overlijdt u als u met pensioen bent? Dan hangt het partnerpensioen af van de hoogte van uw pensioen en de keuzes die u maakte toen u met pensioen ging. Het partnerpensioen is maximaal 70% van uw eigen pensioen, net als onder de oude regels. Er is geen wezenpensioen voor uw kinderen.
• Bouwde u in het verleden pensioen bij ons op? Dan gaat het nabestaandenpensioen dat u heeft opgebouwd onder de oude regels mee naar de nieuwe regeling. Uw partner en kinderen ontvangen dit pensioen als u overlijdt. Ze krijgen geen geld uit de nieuwe regeling. 

Gaat u na de overgangsdatum uit dienst en bouwt u geen pensioen meer bij ons op? Dan is uw nabestaandenpensioen nog maximaal 6 maanden bij ons verzekerd. Daarna niet meer. Het nabestaandenpensioen dat u heeft opgebouwd onder de oude regels blijft wel staan voor uw partner en kinderen. Ze krijgen geen geld uit de nieuwe regeling. 

Als u een andere baan krijgt, is het nabestaandenpensioen daar waarschijnlijk wel weer geregeld. U kunt er ook voor kiezen om de verzekering van het nabestaandenpensioen bij ons voort te zetten. De inleg (premie) wordt dan betaald uit uw pensioenpot. 

Voor notarissen (zelfstandig en in loondienst) is er onder de oude regels al een arbeidsongeschiktheidspensioen geregeld. Dat blijft zo. Nieuw is dat er straks ook een arbeidsongeschiktheidspensioen is voor medewerkers. Als medewerker krijgt u dus een aanvullende uitkering van ons als u arbeidsongeschikt raakt. Ook blijft u, net als nu, pensioen opbouwen als u volledig of gedeeltelijk arbeidsongeschikt raakt. Het pensioenfonds betaalt de premie over de mate dat u arbeidsongeschikt bent. Dat doen we zolang u arbeidsongeschikt bent, ook als u daarna uit dienst gaat.